Wat is het effect van EMDR op de angstbeleving van volwassen oncologische patiënten met angstgevoelens?

Inhoud

Basisgegevens

Auteurs

  • Marleen Tieken,
  • Veerle van der Ploeg, verpleegkundige,
  • Gwenda Kersten, verpleegkundige,
  • Eline de Waal, verpleegkundige

Autorisators
Nog geen autorisators.

Stap 1: Ask

Klinisch Scenario

PICO

  • P:
  • I:
  • C:
  • O:

De Vraag

Stap 2: Acquire

Tabel van Terminologie

Niet ingevuld.

Zoekacties

Geïncludeerde Studies

  1. Szpringer, M., Oledzka, M., Amann, B.L.. (2018) A Non-randomized Controlled Trial of EMDR on Affective Symptoms in Patients With Glioblastoma Multiforme. Front Psychol .
  2. Carletto, S, Porcaro, C, Settanta, C, Vizzari, V, Stanizzo, MR, Oliva, F, Torta, R, Fernandez, I, Coletti Moja, M, Pagani, M, Ostacoli, L. (2019) Neurobiological features and response to eye movement desensitization and reprocessing treatment of posttraumatic stress disorder in patients with breast cancer. European journal of psychotraumatology 10(1), 1600832.
  3. Borji, M, Tarjoman, A, Abdi, A, Otaghi, M. (2019) Efficacy of Implementing Home Care Using Eye Movement Desensitization and Reprocessing in Reducing Stress of Patients with Gastrointestinal Cancer. Asian Pacific journal of cancer prevention : APJCP 20(7), 1967-1971.
  4. Portigliatti Pomeri, A, La Salvia, A, Carletto, S, Oliva, F, Ostacoli, L. (2021) EMDR in Cancer Patients: A Systematic Review. Frontiers in psychology 11 590204.

Stap 3: Appraise

De Methodologie

De Resultaten

Szpringer et al. (2018)

Nog geen resultaten toegevoegd.


Carletto et al. (2019)

Nog geen resultaten toegevoegd.


Borji et al. (2019)

Nog geen resultaten toegevoegd.


Portigliatti Pomeri et al. (2021)

Nog geen resultaten toegevoegd.


In alle zes de artikelen zijn onderzoeken uitgevoerd aan de hand van verschillende designs: case studie, (randomized) controlled clinical trial en systematic review. Twee case studies (laag in de piramide van evidence) zijn buiten beschouwing gelaten. In alle studies werd een kleine groep volwassen patiënten met verschillende vormen van kanker onderzocht. Gekeken werd of de interventie EMDR therapie een effect had op verschillende elementen, waaronder afname van stress en vermindering van angst. Drie onderzoeken hadden een controlegroep waarbij gebruikelijke zorg werd gegeven. De gevonden onderzoeken liggen in lijn met onze PICO vraagstelling maar beantwoorden deze niet volledig. Met onderstaande elementen houden we rekening in onze aanbeveling naar de praktijk.
Het systematic review nam twee extra onderzoeken mee waarbij de gebruikelijke therapie bestond uit cognitieve gedragstherapie en één onderzoek dat alleen keek naar de uitkomst, reductie van PTSS (post traumatische stress stoornis). Bij twee onderzoeken (Springer et al., 2018; Dinapoli et al, 2019) was er sprake van onverdraaglijke angst of een angststoornis. De studie van Borji formuleerde geen angststoornis, de uitkomstmaat bestond echter uit vermindering van stress (Bordji et al., 2019). Ondanks niet naadloos aansluitend onderzoek zien we wel de noodzaak omdat bijna de helft van de patiënten met kanker twee jaar na de diagnose zowel angst- als depressieve klachten ervaart (IKNL, n.d.) In sommige gevallen kan kanker zich presenteren als een “traumatisch event” en zich ontwikkelen tot posttraumatische stress stoornis. Chan et al. (2017) toont aan dat één derde van de patiënten die aanvankelijk werden gediagnosticeerd met kanker, 4 jaar later nog aanhoudende of verergerde posttraumatische stress stoornis heeft. Dit kan zich uiten in symptomen van angst en stress. Daarom hebben we ervoor gekozen om deze studies wel mee te nemen.

(Indien gewenst is een uitgebreide resultaten tabel en beoordeling per artikel beschikbaar bij opvraging.)

Stap 5: Assess

Toepassing in de Praktijk

De artikelen laten zien dat het geven van EMDR therapie een waardevolle aanvulling kan zijn voor de oncologische patiënt met angst na een gebeurtenis. De oncologische verpleegkundige kan sneller de verschijnselen herkennen en een consult aanvragen voor de medische psycholoog om te vragen of de patiënt hiervoor in aanmerking kan komen. Het is daarom van belang dat de verpleegkundigen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van EMDR therapie en de oncologische patiënt kunnen verwijzen naar de sites om te laten oriënteren of dat de therapie voor hem/haar effect zou kunnen hebben. De patiënt heeft er baat bij als de verpleegkundigen de symptomen van angst eerder signaleren, het geven van EMDR therapie sneller kunnen laten aanbieden en dat de patiënt minder lang met de symptomen van angst hoeft rond te lopen. Kortom in onze EBP zoektocht kan EMDR een bijdrage leveren, maar de onderzoeken zijn kleinschalig en er is een gering aantal onderzoeken gedaan. Maar de eerste uitkomsten zijn (hoewel wisselend) positief zowel in de literatuur als bij de experts. Om de oncologische patiënt zo goed mogelijk bij te kunnen staan lijkt EMDR , zeker bij mensen met verminderde veerkracht, een waardevolle bijdrage te kunnen leveren bij het reduceren van angst en stress klachten.