Screenen op delier met de CAM bij de neurologische patiënt.

Inhoud

Basisgegevens

Auteurs

  • redactie

Autorisators
Nog geen autorisators.

Stap 1: Ask

Klinisch Scenario

Op de afdeling neurologie wordt de Delirium Observatie Screenings Schaal (DOSS) gebruikt om de onrustige, verwarde neurologische patiënt te screenen op delier. Op de afdeling liggen vaak patiënten die door een neurologische aandoening aan cognitieve stoornissen lijden. Door b.v. afasie, neglect of contusio cerebri lijken deze patiënten vaak onterecht positief te scoren met de DOSS. Daarnaast worden patiënten pas gescreend op een delier bij onrust (en dus niet standaard), waardoor een hypoactief (stil) delier gemist kan worden. De vraag doet zich voor of de DOSS geschikt is voor neurologische patiënten of dat een ander screeningsinstrument meer valide is.

PICO

  • P: Neurologische patiënt met verminderd cognitief functioneren
  • I: DOSS-scorelijst
  • C: Ander screeningsinstrument
  • O: Terecht vaststellen delier

De Vraag

Stap 2: Acquire

Tabel van Terminologie

Niet ingevuld.

Zoekacties

Gezocht in: PubMed, Cochrane library, Cinahl Zoektermen: ("Delirium/diagnosis"[MAJR]) AND "Sensitivity and Specificity"[MeSH Terms] AND neurolog* Resultaten: 5 artikelen. Eén systematische review [1] (SR) naar de diagnostische accuratesse van screeningsinstrumenten voor het vaststellen van delier gaf specifiek antwoord op onze vraag.

Geïncludeerde Studies

    1. Wong CL, Holroyd-Leduc J.Simel DL , Straus SE. Does this patient have delirium? Value of bedside instruments. JAMA 2010, aug. 18;304(7):779-86. 2. Bossuyt PM, Reitsma JB, Bruns DE, et al. Standard for reporting of diagnostic accuracy. Towards complete and accurate reporting of studies of diagnostic accuracy. Ann Intern Med 2003;138(1):40-4. 3. van Gemert LA, Schuurmans MJ. The Neecham Confusion Scale and the Delirium Observation Screening Scale: Capacity to discriminate and ease of use in clinical practice. BMC Nursing 2007;6:3.

    Stap 3: Appraise

    De Methodologie

    In de SR van Wong [1] zijn 25 prospectief uitgevoerde studies (N= 3027 patiënten) geïncludeerd, waarbij gekeken werd naar de diagnostische accuratesse van screeningsinstrumenten voor het vaststellen van een delier. De vraagstelling was adequaat geformuleerd en ook de zoekstrategie was adequaat. Er werden 11 verschillende screeningsinstrumenten (indextest) vergeleken met de criteria volgens DSM-III of IV (referentietest of ‘gouden standaard’).
    De selectie van de artikelen, de kwaliteitsbeoordeling en data-extractie geschiedde door twee onafhankelijke onderzoekers. Inclusiecriteria waren (engelstalige) prospectieve studies bij ziekenhuispatiënten (geen IC), gebruik van DSM als referentietest door een gespecialiseerde arts bij (bijna) alle patiënten, beschikbaarheid van alle data en de onderzochte populatie bevatte zowel patiënten met als zonder delier. Exclusiecriteria waren kinderen, patiënten met alcoholgerelateerde aandoeningen, en ongeblindeerde afname van de referentietest.
    De kwaliteitsbeoordeling werd uitgevoerd adhv de STARD-criteria (Standards for Reporting of Diagnostic Accuracy)². De data-extractie is transparant beschreven. Per onderzoek werd beschreven:
    de sample size, de prevalentie van delier, en wie de indextest afnam (verpleegkundige, arts, onderzoeksassistent, psychiater, geriater, onderzoekspsycholoog of huisarts). Informatie over specifieke patiëntenkenmerken ontbrak, reden voor ons om de geïncludeerde studies te bekijken op soort patiëntengroepen. Hieruit blijkt dat de SR ook toepasbaar was op neurologische patiënten. In de SR werd waar mogelijk de positieve en negatieve likelihood ratio gepoold binnen onderzoeken naar een bepaald meetinstrument. De validiteit van de SR is weliswaar voldoende, maar ondanks het gebruik van de heterogeniteittoets mbv I² is het de vraag of er terecht gepoold is. Er was sprake van klinische heterogeniteit mbt groepen patiënten, verschil in studiekwaliteit, gebruik van referentietest en in beoordelaars.