Het aanbieden van familieaanwezigheid bij reanimatie om de kans op PTSS te verminderen.

Inhoud

Basisgegevens

Auteurs

  • Willemien Boonstra

Autorisators
Nog geen autorisators.

Stap 1: Ask

Klinisch Scenario

Een opname op de intensive care kan familieleden zozeer aangrijpen, dat zij na ontslag of overlijden van hun naaste het Post Intensive Care Syndroom-familie (PICS-F) ontwikkelen. Klachten die hieronder vallen zijn psychische problemen zoals depressie en angst, maar ook posttraumatische stressstoornis (PTSS) gerelateerde symptomen (IC Connect, z.d.). Family Integrated Care (FIC) wordt op de intensive care steeds vaker toegepast. Uit onderzoek is gebleken dat door deze toepassing psychische problemen worden vermindert of zelfs voorkomen (FCIC, z.d.). Een reanimatie is een voorbeeld van een ingrijpende gebeurtenis. Doen verpleegkundigen er goed aan om familieleden toe te staan bij een reanimatie?

PICO

  • P: volwassen familieleden van volwassen patiënten op de intensive care
  • I: aanwezigheid van familieleden bij reanimatie
  • C: familieleden niet aanwezig laten zijn bij reanimatie
  • O: minder PTSS-gerelateerde symptomen

De Vraag

Zorgt voor familieleden de aanwezigheid bij een reanimatie naderhand voor een kleinere kans op PTSS-gerelateerde symptomen dan voor familieleden die niet bij een reanimatie aanwezig zijn?

Stap 2: Acquire

Tabel van Terminologie

Niet ingevuld.

Zoekacties

Zoektermen: ‘family presence during resuscitation’, FPDR, ‘family presence’, ‘family-witnessed resuscitation’, reduce PTSD, ‘post traumatic stress disorder’, *resuscitation, psychological outcome. Databanken: CINAHL, Medline, Pubmed, Cochrane Library Na invulling van de zoektermen kwamen er in totaal 190 resultaten. De zoektocht in de verschillende databanken leverde de volgende resultaten op: Medline 14, Pubmed 41, CINAHL 112 en Cochrane Library 23. Van deze 190 resultaten bleken er uiteindelijk, na onderstaande in- en exclusiecriteria, 6 potentieel bruikbaar. Inclusiecriteria: Engelstalig, onderzoeken onder een volwassenpatiënten en -familiepopulatie, onderzoeken in het ziekenhuis en prehospitaal. Exclusiecriteria: Onderzoeken onder kinderen, onderzoeken naar de meningen van zorgverleners en studies die geen onderzoek deden naar psychologische effecten. De drie artikelen die uiteindelijk zijn gekozen geven het best antwoord op de onderzoeksvraag en bestaan uit het recentste bewijs en het hoogste level of evidence. Levels of evidence: 1. De RCT van Jabre et al1 bestaat uit niveau A2; 2. De systematische review van Oczkowski et al2 bestaat uit niveau A2; 3. De CCT van Soleimanpour et al3 bestaat uit niveau B. De complete zoekstrategie is te vinden in de flowchart (deze is niet bijgevoegd).

Geïncludeerde Studies

    1. Jabre, P., Belpomme, V., Azoulay, E., Jacob, L., Bertrand, L., Lapostolle, F., … Adnet, F. (2013). Family Presence during Cardiopulmonary Resuscitation. The New England Journal of Medicine, 368(11), 1008-1018. doi: 10.1056/NEJMoa1203366 2. Oczkowski, S.J.W., Mazzetti, I., Cupido, C. & Fox-Robichaud, A.E. (2015). The offering of family presence during resuscitation: a systematic review and meta-analysis. Journal of Intensive Care, 41(3), 1-11. doi: 10.1186/s40560-015-0107-2 3. Soleimanpour, H., Tabrizi, J.S., Rouhi, A.J., Golzari, S.E.J., Mahmoodpoor, A., Esfanjani, R.M. & Soleimanpour, M. (2017). Psychological effects on patient’s relatives regarding their presence during resuscitation. Journal of Cardiovascular and Thoracic Research, 9(2), 113-117. doi: 10.15171/jcvtr.2017.19 4. IC Connect (z.d.). Post intensive care syndroom (PICS) en PICS-familie. Geraadpleegd op 25 oktober 2019 op https://www.icconnect.nl/ 5. FCIC (z.d.). De uitdaging: de impact van een IC-opname beperken door persoonsgerichte zorg. Geraadpleegd op 6 november 2019 op https://www.fcic.nl/

    Stap 3: Appraise

    De Methodologie

    Levels of evidence:
    1. De RCT van Jabre et al (2013)1 bestaat uit niveau A2.
    Studiezwakheden:
    * Het onderzoek vond in Frankrijk plaats;
    * Het onderzoek vond alleen prehospitaal plaats;
    * Niet alle patiënten overleden in deze populatie; dit kan invloed hebben op de incidentie van PTSS-symptomen, omdat deze verband houden met posttraumatisch verdriet.
    * De familieleden hadden verschillende relaties met de patiënt.

    2. De systematische review van Oczkowski et al (2015)2 bestaat uit niveau A2.
    Studiezwakheden:
    * In de systematische review zijn een klein aantal studies opgenomen (slechts vier); deze zijn allen klein in omvang en van matige kwaliteit.
    * De generaliseerbaarheid van het onderzoek is beperkt, doordat alle studies onderzoek deden naar reanimaties buiten het ziekenhuis.

    3. De CCT van Soleimanpour et al (2017) 3 bestaat uit niveau B.
    Studiezwakheden:
    * Het onderzoek bevat een kleine onderzoekspopulatie.
    * De generaliseerbaarheid van het onderzoek is beperkt doordat het onderzoek werd uitgevoerd in één ziekenhuis, in Iran.
    * Doordat familieleden die niet aanwezig wilden zijn bij de reanimatie werden uitgesloten van het onderzoek, is niet onderzocht wat de reanimatie voor effect heeft op PTSS, angst en depressie uitkomsten voor deze doelgroep.

    Stap 5: Assess

    Toepassing in de Praktijk

    Op dit moment is het in de meeste ziekenhuizen gebruikelijk dat familieleden niet aanwezig zijn bij reanimatie. Matige kwaliteit van bewijs toont aan dat aanwezigheid – prehospitaal - juist leidt tot een kleinere kans op het ontwikkelen van PTSS. Een reanimatie meemaken zal eerder psychisch voordeel dan nadeel opleveren2,3. Het is echter van belang om te beseffen dat een reanimatie in de thuissituatie wellicht anders wordt verwerkt dan een reanimatie op de intensive care. De mogelijkheid aanbieden om aanwezig te zijn kan voor familieleden in het voordeel werken. Uit nader hoogwaardig onderzoek in het ziekenhuis met een langere follow-up moet blijken wat de (langetermijn)effecten zijn bij familieleden. Ook is het van belang om te onderzoeken wat de invloed van de aanwezigheid is op de zorgverleners, en wat voor hen de beste manier is om familieleden te ondersteunen.