Mortaliteit en morbiditeit: CTG controle bij bevalling.

Inhoud

Basisgegevens

Auteurs

  • redactie

Autorisators
Nog geen autorisators.

Stap 1: Ask

Klinisch Scenario

In Nederland bevallen vrouwen in de tweede of derde lijn onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog als er een verhoogd maternaal en/of perinataal risico is op een slechte uitkomst. Het is gebruikelijk om bewaking toe te passen met behulp van een cardiotocografie (CTG). Er bestaat klinische onzekerheid over wat de beste bewaking is: continue CTG bewaking of intermitterende auscultatie.

PICO

  • P: Vrouwen durante partu (intrapartum)
  • I: Intermitterende auscultatie
  • C: Continue CTG
  • O: Morbiditeit/mortaliteit neonaat, aantal verloskundige interventies (episiotomie, vacuümextracties, caesarean section)

De Vraag

Stap 2: Acquire

Tabel van Terminologie

Niet ingevuld.

Zoekacties

Search: PubMed, TRIP, National Institute for Health and Care Excellence en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Zoektermen: fetal monitoring, (intermittent) auscultation, (continuous) cardiotocography, intrapartum, extraction, caesarean section. Resultaten: 2 richtlijnen [1,2] en 1 systematic review (SR)³.

Geïncludeerde Studies

    1. Kenyon S and the guideline development group. Intrapartum care: care of healthy women and their babies during childbirth, NICE guidelines CG55, 2007;www.nice.org.uk/guidance/cg55 (bekeken 17 november 2014). 2. Kwee A, Porath MM van de Otterlo Werkgroep. Intrapartum foetale bewaking à terme. Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, 2013; http://nvog-documenten.nl (bekeken 17 november 2014). 3. Devane D, Lalor JG, Daly S, McGuire W, Smith V. Cardiotocography versus intermittent auscultation of fetal heart on admission to labour ward for assessment of fetal wellbeing. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012, Issue 2. Art. No.: CD005122. DOI: 10.1002/14651858.CD005122.pub4

    Stap 3: Appraise

    De Methodologie

    Methode van onderzoek
    De NICE richtlijn [1]
    en de NVOG richtlijn²
    zijn gebaseerd op de SR van Devane³
    .
    De SR van Devane³
    is goed uitgevoerd. De vraagstelling is adequaat geformuleerd. Er is gezocht in
    meerdere databases en tijdschriften tot 2011 en er is geen restrictie op taal toegepast. De selectie van
    artikelen, de beoordeling van de kwaliteit en de data extractie zijn zorgvuldig uitgevoerd. De kenmerken
    van de oorspronkelijke studies zijn helder beschreven. De onderzoekers zijn adequaat om gegaan met
    heterogeniteit; dit wordt uitgebreid beschreven en de pooling is op een correcte manier uitgevoerd. De
    resultaten van de SR zijn valide en toepasbaar op de Nederlandse situatie.